Hans Hoogervorst

Uit FysioPedia
Versie door Rob (overleg | bijdragen) op 25 feb 2007 om 11:33
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Drs. J.F. Hoogervorst MA

Behendig, zelf- en doelbewust VVD-politicus, die na al na vier jaar Tweede-Kamerlidmaatschap tot het kabinet toetrad. Was medewerker en tekstschrijver van Frits Bolkestein en werd als Kamerlid financieel woordvoerder. Als staatssecretaris van Sociale Zaken in het kabinet-Kok II bracht hij onder meer de Wet poortwachter tot stand, die snelle reïntegratie van zieke en arbeidsongeschikte werknemers moest bevorderen. Minister van Financiën in het kabinet-Balkenende I. Als minister van Volksgezondheid in het kabinet-Balkenende II voerde hij een nieuw zorgstelsel in, waardoor het ziekenfonds verdween en er meer marktwerking kwam. Fel debater die scherp uit de hoek kon komen, maar ook goed kon incaseren.

VVD in de periode 1994-2007: lid Tweede Kamer, staatssecretaris, minister


voornamen (roepnaam)

Johannes Franciscus (Hans)


personalia

geboorteplaats en -datum Haarlem, 19 april 1956


partij/stroming

partij(en)

  • P.v.d.A. (Partij van de Arbeid), vanaf 1978 (nog in 1982)
  • V.V.D. (Volkspartij voor Vrijheid en Democratie), vanaf 1986


partij waarop werd gestemd stemde in het verleden P.v.d.A.


loopbaan

  • medewerker National Bank of Washington te Washington D.C., van 1983 tot 1986
  • beleidsmedewerker ministerie van Financiën, van 1986 tot 1987
  • beleidsmedewerker voor financieel-economisch beleid, V.V.D.-fractie Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 1988 tot 1994
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 17 mei 1994 tot 3 augustus 1998
  • staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (belast met sociale zekerheid en arbeidsomstandigheden), van 3 augustus 1998 tot 22 juli 2002
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 23 mei 2002 tot 22 juli 2002
  • minister van Financiën, van 22 juli 2002 tot 27 mei 2003
  • minister van Economische Zaken, van 16 oktober 2002 tot 27 mei 2003
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 30 januari 2003 tot 27 mei 2003
  • minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 27 mei 2003 tot 22 februari 2007


partijpolitieke functies

  • campagneleider V.V.D. Tweede-Kamerverkiezingen 2006

vorige

  • secretaris V.V.D. onderafdeling IV afdeling 's-Gravenhage, van 1990 en nog in 1993
  • lid redactie Liberaal Reveil, van 1992 tot 1998


nevenfuncties

vorige

  • lid vertegenwoordigende lichamen tijdens studententijd
  • lid bestuur Alumni-vereniging Johns Hopkins University, van 1988 en nog in oktober 1994
  • lid bestuur Stichting Johns Hopkins Bologna Center

gedelegeerde commissies

  • lid tijdelijke commissie Toezicht Verzekeringskamer (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van februari 1995 tot oktober 1995
  • ondervoorzitter vaste commissie voor Financiën (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van september 1995 tot 2 augustus 1998


opleiding(en)

type of school en plaats middelbaar onderwijs

  • atheneum-b te Haarlem, tot 1974

academische studie en universiteit

  • geschiedenis Universiteit van Amsterdam, van 1974 tot 1981
  • internationale relaties: economie Johns Hopkins University te Bologna en Washington, V.S.), van 1981 tot 1983


activiteiten

als parlementariër

  • Was financieel woordvoerder van de V.V.D.-Tweede-Kamerfractie

als bewindspersoon (beleidsmatig)

  • Bracht in 2002 namens het kabinet een standpunt uit over een SER-advies over herziening van de WAO. Doel daarbij is vermindering van de instroom in de WAO door preventie en begeleiding en het scheppen van betere voorwaarden voor reïntegratie.
  • Kondigde in september 2003 als minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport samen met staatssecretaris Ross-Van Dorp bezuinigingen op subidies voor organisaties aan oplopend van 59 miljoen euro in 2004 tot 127 miljoen euro in 2007.

als bewindspersoon (wetgeving)

  • Bracht in 1999 als staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de Wet beperking export uitkeringen (Stb. 250) tot stand, die export van uitkeringen op grond van socialeverzekeringswetten aan criteria bindt. Hiermee moet fraude met sociale zekerheid in het buitenland worden tegengegaan.
  • Bracht in 1999 de Arbeidsomstandighedenwet 1998 (Stb. 184) tot stand, die een strenger Arbo-regime invoert dan in de Arbo-wet 1981. Er komen doelvoorschriften en vaste verplichte onderdelen zoals risico-inventarisatie. De Arbo-diensten krijgen meer bevoegdheden en er komt een regeling voor het opleggen van een bestuurlijke boete.
  • Bracht in 1999 de Wet socialeverzekeringsrechten gedetineerden (Stb. 595) tot stand. De uitkeringsgerechtigdheid op grond van een aantal socialezekerheidswetten vervalt bij wettelijke vrijheidsberoving, aangezien voor gedetineerden reeds door de Staat wordt voorzien in de kosten van levensonderhoud.
  • Bracht in 2001 samen met minister Vermeend de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (Stb. 624) tot stand
  • Bracht in 2001 de Wet verbetering poortwachter (Stb. 628) tot stand. Hierdoor moeten betere voorwaarden worden geschapen voor reïntegratie van (deels) arbeidsongeschikte werknemers. De wet bevat talrijke concrete maatregelen. Ziekmelding wordt vervroegd naar zes weken, de werknemer wordt geïnformeerd via de Arbodienst, administratieve rompslomp wordt verminderd, er komt een reïntegratieverslag, de werknemer moet zelf de WAO-uitkeringen aanvragen, het moment van WAO-beoordeling wordt geflexibiliseerd en die beoordeling kan desgewenst worden uitgesteld en er komen sancties als onvoldoende wordt meegewerkt aan reïntegratie.
  • Bracht in 2003 als minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een wijziging van de Tabakswet in het Staatsblad (Stb. 89), waardoor de productie, presentatie en verkoop van tabaksproducten aan strengere regels wordt gebonden. Tabaksfabrikanten en -importeurs krijgen een informatieverplichting ten opzichte van de overheid.
  • Bracht in 2004 een wijziging van de Ziekenfondswet (Stb. 725) tot stand waardoor verzekerden van 18 jaar en ouder na afloop van een kalenderjaar een no-claimteruggaaf ontvangen wanneer zij in dat jaar geen of weinig gebruik hebben gemaakt van zorg waarop op grond van de wet aanspraak bestaat. Kosten voor huisarts, kraamzorg, verloskundige hulp en zorg voor kinderen onder 18 jaar tellen niet mee. Doel van de regeling is de verzekerden aan te zetten tot een meer afgewogen gebruik van medische voorzieningen.
  • Bracht in 2005 de zgn. WTG ExPres (Wijziging Wet tarieven gezondheidszorg in verband met experimenten en prestatiebekostiging) (Stb. 24) tot stand. Door de wet moet de overgang van aanbodsturing naar vraagsturing worden bevorderd, waardoor in de zorg de behoeften van patiënten en cliënten centraler komen staan. Onnodige bureaucratie en administratieve lasten moeten worden verminderd en fraude moet beter worden voorkomen.
  • Bracht in 2005 de Zorgverzekeringswet (Stb. 358) tot stand. Deze voert per 1 januari 2006 één ziektekostenverzekering (basisverzekering) in voor alle ingezetenen, ongeacht leeftijd, gezondheidstoestand of inkomen. Iedereen moet zo vrij toegang krijgen tot de noodzakelijke zorg. Burgers kunnen zich bijverzekeren, waardoor een grotere keuzevrijheid bestaat bij het bepalen van het zorgpakket. Meer marktwerking tussen verzekeraars moet tot kostenbeheersing en kwaliteitsvergroting leiden. Via de Wet op de zorgtoeslag (Stb. 369) wordt een inkomensafhankelijke tegemoetkoming ingevoerd om te voorkomen dat burgers een te groot deel van hun inkomen kwijt zijn aan ziektekostenpremies.
  • Bracht in 2005 de Wet toelating zorginstellingen (Stb. 571) tot stand. Hiermee moet de marktwerking in de zorg worden vergroot. Er worden door de centrale overheid alleen nog randvoorwaarden gesteld bij de toelating van zorginstellingen, waardoor die beter kunnen inspelen op de vraag in de markt. De wet vervangt de Wet ziekenhuisvoorzieningen en Tijdelijke Verstrekkingenwet maatschappelijke dienstverlening.
  • Bracht in 2006 de Wet marktordening gezondheidszorg tot stand. De wet regelt de oprichting van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) waarin het College tarieven gezondheidszorg (CTG) en het College van toezicht op de zorgverzekeringen (CTZ) opgaan. De Wet tarieven gezondheidszorg wordt ingetrokken.
  • Bracht in 2006 samen met minister Hirsch Ballin een wijziging van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen, waardoor zelfbinding wordt geïntroduceerd in die wet. Hierdoor ontstaat de mogelijkeid tot opname, verblijf en behandeling van psychiatrische patiënten zonder bereidheid daartoe, indien zij zich daartoe eerder, in een wilsbekwame periode, wel bereid hebben verklaard. Het wetsvoorstel was in 2002 ingediend door de ministers Borst en Korthals en in 2005 medeverdedigd door minister Donner.
  • Bracht in 2007 een nieuwe Geneesmiddelenwet tot stand, die de verouderde wet uit 1963 vervangt. De wet wordt primair van toepassing op het product geneesmiddel en de vervaardiging en distributie daarvan en bevat geen bepalingen inzake de beroepsuitoefening van de apotheker. De overzichtelijkheid van de regelgeving met betrekking tot de geneesmiddelenvoorziening is verbeterd door een groot aantal bepalingen die nu geregeld zijn via algemene maatregelen van bestuur, in de wet op te nemen. Er komt een balans tussen het waarborgen van de kwaliteit, veiligheid en beschikbaarheid van geneesmiddelen en het zo min mogelijk belemmeren van de marktwerking.


wetenswaardigheden

algemeen Was jarenlang ghostwriter van Frits Bolkestein

pseudoniemen, bij-, koos- en schuilnamen "de kleine Napoleon"

hobby's literatuur


publicaties/bronnen

literatuur/documentatie

  • Karen Zandbergen, "Links schooljongen zweert nu bij tucht van de markt. Zelfverzekerde liberaal Hans Hoogervorst wil het 'pamperen' in de gezondheidszorg uitbannen" in: NRC Handelsblad, 6 juni 2005
  • Eric Bassant en Jeroen Piersma, "Minister die ijzer smeedt als het heet is", Het Financieele Dagblad, 22 februari 2007


familie/gezin

samenlevingsvorm gehuwd te Mexico Stad, 1 augustus 1992

kinderen 1 kind