Diagnostische waarden

Uit FysioPedia
Versie door Edwin de Raaij (overleg | bijdragen) op 4 aug 2007 om 16:02 (New page: In het domein van de klinimetrie wordt onderscheidt gemaakt tussen evaluatief en diagnostisch meten. Een diagnostische test kent een aantal specifieke termen waarmee de relevantie voor de ...)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

In het domein van de klinimetrie wordt onderscheidt gemaakt tussen evaluatief en diagnostisch meten. Een diagnostische test kent een aantal specifieke termen waarmee de relevantie voor de dagelijkse praktijk kan worden ingeschat. De termen van de diagnostisch meten laten zich het best uitleggen aan de hand van de hieronder vermeldde 2 X 2 tabel.

2 X 2 tabel
aandoening aanwezig aandoening niet aanwezig
test positief A B
test negatief C D

Sensitiviteit (A/A+C) is het percentage terecht als positief aangegeven aanwezige aandoeningen. Specificiteit (D/B+D) is het perceptage terecht als negatief aangegeven niet aanwezige aandoeningen. Deze twee begrippen geven de verdeling weer van de als terecht positief en negatief gediagnostiseerde onderzochtte personen. Deze verdeling zegt dus iets over de populatie niet iets over de test.

De positief voorspelbare waarde (A/A+B) is de achterafkans dat een positieve test ook daadwerkelijk een aanwezige aandoening goed diagnostiseerd. De negatief voorspelbare (D/C+D) waarden is de achterafkans dat een negatieve test ook daadwerkelijk een niet aanwezige aandoening goed diagnosticeerd. Deze kansen zeggen iets over de test niet iets over de populatie.

De prevalentie (A+C/A+B+C+D) is de voorafkans die een persoon uit de onderzochtte populatie heeft op het hebben van de aandoening.