Bicepspees tendinose

Uit FysioPedia
Versie door 94.213.21.108 (overleg) op 7 dec 2008 om 14:49
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Bicepspees tendinose (ook wel tendinitis genoemd) is een ontsteking of irritatie van de lange bicepspees. Dit is de pees die de bicepsspier naar boven verbindt met het schoudergewricht.

De pijn door de tendinose wordt aan de voorzijde van de schouder en bovenarm gevoeld. De pijn neemt toe bij bewegingen van de arm. De arm heeft vaak weinig kracht bij het buigen van de elleboog.

Vaak is er naast een tendinose van de bicepspees ook sprake van een peesirritatie of peesontsteking van andere spieren van de schouder. Wanneer de pees langdurig ontstoken is, kan de bicepspees scheuren. Als dit gebeurt, is dit meestal alleen bij mensen van vijftig jaar of ouder. Zij voelen bij het tillen van iets zwaars een ‘knap’ en een korte pijnscheut. Kort daarna kan er door een bloeding een zwelling ontstaan aan de voorzijde van de bovenarm. Bij het aanspannen van de spier, is een verdikking te zien aan de voorkant van het onderste deel van de bovenarm (dit komt omdat de spierbuik is verplaatst).

Bicepspees tendinose valt onder CANS, dit staat voor ‘complaints of the arm, neck and/or shoulder’ oftewel klachten aan de arm, nek en/of schouder. Dit is een omschrijving van een klachtencomplex die door veel zorgverleners wordt gehanteerd.


Waardoor kan het komen?

De meest voorkomende oorzaak van bicepspees tendinose is een overbelasting na sportactiviteiten of werkzaamheden waarbij frequente en herhalende bewegingen van de arm nodig zijn, voornamelijk boven het hoofd. Sporters die werpen, zwemmen of een racket hanteren, lopen hierbij het grootste risico.

Bicepspees tendinose kan geleidelijk ontstaan maar ook plotseling na een direct trauma, bijvoorbeeld een val op de schouder. Soms gaat deze aandoening gepaard met andere aandoeningen zoals scheuren in de spiergordel rond de schouder (rotator cuff scheuren), instabiliteit van de schouder of inklemmen van de schouderspierpezen. Dit laatste noemt men impingement.


Hoe wordt het vastgesteld? Aan de hand van de symptomen en door het buigen en strekken van de elleboog (met weerstand) kan de arts de diagnose stellen.

In sommige gevallen kan de arts een MRI of echografie onderzoek aanvragen om te kijken of er mogelijk sprake is van gecombineerd letsel zoals scheuren in de rotator cuff (de spiergordel rond het schoudergewricht) of doordat pezen rond de schouder zijn ingeklemd (impingement).


Wat kan helpen?

Door middel van rust kan de irritatie of ontsteking verdwijnen. Ook moeten bewegingen die de pijn veroorzaken, tijdelijk vermeden worden. Als de bicepspees tendinose op zichzelf staat en geen deel uitmaakt van een andere aandoening, kan een injectie met corticosteroïden (ontstekingsremmend middel) helpen.

Door middel van fysio-, oefen- of manuele therapie kan een ander bewegingspatroon van de arm worden aangeleerd en kan de conditie van de armspieren worden verbeterd. Hierdoor kunnen de klachten verminderen.

Als de klachten zeer langdurig aanhouden, kan een operatie worden uitgevoerd. Hierbij wordt de bicepspees losgemaakt en de ruimte waar de pees door moet glijden, groter gemaakt door al het ontstekingsweefsel weg te halen.


Wie kan helpen?

De huisarts is in eerste instantie bij de behandeling betrokken. De fysio-, oefen- of manueel therapeut kan bewegingsadviezen en oefentherapie geven. Als een operatie nodig is, wordt deze meestal uitgevoerd door een orthopedisch chirurg.


Ermee leven

Het kan over het algemeen geen kwaad om met deze aandoening aan het werk en in beweging te blijven. Het is daarbij wel belangrijk om ervoor te zorgen dat de bicepspees niet overbelast wordt.

Bepaalde activiteiten en werkzaamheden kunnen echter moeilijk zijn zodat sommige mensen zich misschien kortdurend ziek melden. Het is over het algemeen gunstiger voor het herstel om naar het werk te blijven gaan en het werk tijdelijk aan te passen. Hiervoor kan overleg met de leidinggevende of bedrijfsarts nuttig zijn. Als werken tijdelijk niet lukt, is het raadzaam om wel contact te houden met collega’s en leidinggevende.

Iemand die zich niet ziek meldt, kan wel een afspraak maken met de bedrijfsarts of de bedrijfsverpleegkundige om de problemen op het werk te bespreken. Misschien is het mogelijk om met kleine aanpassingen aan het werk te blijven. Informatie over het open spreekuur kunt u krijgen bij de arbodienst van uw werk.

De bedrijfsarts en de huisarts kunnen informatie uitwisselen om de begeleiding optimaal op elkaar af te stemmen, maar nooit zonder toestemming van de patiënt. Tegenwoordig is het wettelijk geregeld dat zowel de werkgever als de werknemer zich moeten inzetten voor hervatting van werk (Wet Verbetering Poortwachter).