Luchtpijp

Uit FysioPedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De longen bij de mens
1 = luchtpijp (trachea)
2 = rechter bronchus
3 = linker bronchus
4 = rechter long (pulmo dexter): bovenste (4a), middenste (4b) en onderste (4c) longlob
5 = linker long (pulmo sinister): bovenste (5a) en onderste (5b) longlob
6 = fissura obliqua
7 = fissura horizontalis
8 = arteria pulmonalis

De luchtpijp of trachea is een pijpje met kleine haartjes (cilia) ter bescherming. Die haartjes zijn zeer gevoelig. Als er eten in de luchtpijp zit wordt er meteen een signaal gestuurd naar de hersens. Van hieruit wordt weer een signaal teruggestuurd dat zegt dat je moet hoesten, waardoor de luchtpijp weer gereinigd wordt.

De trachea bevindt zich tussen de stembanden in de larynx (het strottehoofd) en de carina (de vertakking van de trachea in de rechter en linker hoofdbronchus). De lengte van de trachea in volwassen personen is tussen de 10 en 11 cm. De doorsnede van de trachea is D-vormig. Dit komt door C-vormige kraakbeenstructuren die de trachea open houden. De afstand tussen de ringen is ongeveer 0,5 cm. Bij een ziekte als tracheamalacie ontbreken deze kraakbeenringen en klapt de trachea dicht tijdens het ademen, hetgeen aanzienlijke problemen tot gevolg kan hebben.

Lucht gaat via de luchtpijp door de bronchi naar de longblaasjes in de longen, waar de gasuitwisseling met de bloedcirculatie gebeurt.


{{{afb_links}}} Luchtwegstelsel {{{afb_rechts}}} Icoon-manvrouw.png

Strottenhoofd (Larynx) - Strotklepje (Epiglottis) - Luchtpijp (Trachea) - Luchtpijpvertakkingen (Bronchi) - Bronchioli - Longblaasjes (Alveolen) - Longen
Ademhaling - Stembanden