Rib (anatomie)
De ribben (costae) zijn beenderen die samen de borstkas of ribbenkast vormen. Ze omvatten de borstholte (thorax) van gewervelden. De functie van de ribben is het beschermen van de longen, het hart, en andere organen in de borstholte.
Het menselijk skelet telt 24 ribben, 12 aan elke zijde (een minderheid van de mensen heeft een paar ribben meer of minder). De ribben zitten aan de achterzijde van het lichaam vast aan de wervelkolom, de bovenste zeven paar zit vast aan het borstbeen aan de voorzijde (de ware ribben, C. verae, I-VII). De achtste, negende en tiende ribbenparen zijn aan de voorzijde verbonden met de bovengelegen rib, deze staan bekend als de valse ribben (C. spuriae, VIII-X). De onderste twee paar, nummers elf en twaalf, zitten aan de voorzijde niet vast en heten daarom de zwevende ribben (C. fluitantes, XI-XII). Tussen de ribben zitten spieren, zenuwen en aderen. De ribbenkast is elastisch (door kraakbeen tussen de ribben en de wervelkolom, tussen de ribben en het borstbeen en tussen de valse ribben onderling), hierdoor is ademhaling mogelijk: de ribbenkast kan uitzetten en krimpen.
Er is een legende dat mannen een rib minder zouden hebben dan vrouwen, dit is onjuist. De legende is gebaseerd op het bijbelverhaal van Adam en Eva.