Opperarmbeen
Het opperarmbeen wordt in de anatomie ook wel humerus genoemd. De humerus heeft een lang lichaam, het corpus humeri en twee knotsvormige uiteinden. Als men de verschillende onderdelen van de humerus beschrijft, beschrijft men afzonderlijk het proximale uiteinde, bij de bovenarm is dit het uiteinde aan de schouder, en het distale uiteinde, dit is het uiteinde aan de elleboog.
Het proximale uiteinde van de humerus
Het uiteinde aan de schouder, of proximale uiteinde bestaat uit:
Nederlandse naam | Naam vermeld in de Nomina Anatomica (N.A.) |
---|---|
Kop | Caput humeri |
Anatomische nek | Collum anatomicum |
Groot tuberkel | Tuberculum majus |
Klein tuberkel | Tuberculum minus |
Schacht tussen 2 tuberkels | Sulcus intertubercularis |
De overgang tussen het proximale uiteinde en de schacht (corpus humeri) noemt men het collum chirurgicum. Dit omdat hier de predilectieplaats is voor humerusfracturen. Dat betekent dat hier de humerus sneller zal breken of beschadigd zal worden dan op andere plaatsen.
De kop is een halve bol die met kraakbeen bedekt is. Deze zal vastzitten aan het schouderblad of scapula met een synoviaal gewricht. Dit laat heel veel bewegingsmogelijkheid toe. De bewegingen zijn abductie, adductie, elevatie, endorotatie en exorotatie.
De humerusschacht
Het distale uiteinde van de humerus
{{{afb_links}}} | Skelet | {{{afb_rechts}}} | |
---|---|---|---|
Schedel - Wervelkolom - Borstkas - Borstbeen - Schoudergordel - Arm - Bekkengordel - Been |